‘Hans gaat diep’: ‘Lost grounds’ in de Leidse regio

Als ik door de regio fiets, waan ik mij in een voetbalmuseum. Op allerlei plaatsen kom ik ‘lost grounds’ tegen. Dat zijn plaatsen waar ooit een club heeft gezeten, maar waar het karakteristieke geluid van tikkende noppen inmiddels is verstomd. In sommige gevallen zijn de restanten van het vroegere complex nog zichtbaar. Dan herinnert een oude toegangspoort, een voormalig clubhuis of zelfs een veldje aan die goede oude tijd. Op andere plekken is een flinke portie verbeelding nodig om de successen van weleer op een willekeurige plaats te projecteren. Als er inmiddels huizen of kantoorgebouwen op de voormalige heilige grond staan, resteert nog slechts de herinnering in het geheugen.

Door de ‘krimp’ van het Leidse voetbal in de afgelopen decennia, ligt de stad vol met ‘lost grounds’. In Leiden Zuidwest zijn de kruitdampen nog maar net opgetrokken. Op de plaats waar VNL, LDWS, De Sleutels en VTL ooit gebroederlijk naast elkaar lagen, zijn nu een zwembad en een ijsbaan verrezen. Een paar jaar geleden speelde ook Leidsche Boys hier haar wedstrijden nog, maar deze club werd op 30 juni 2020 opgeheven. Aan de Vliet is nu een kloppend sporthart gebouwd, maar voetbal is in geen velden of wegen meer te bekennen. De bovengenoemde oerbewoners fuseerden ooit ter plaatse tot VCL en GHC, maar uiteindelijk ging ook deze club ten onder na een bak met politiek gedoe. Als je vroeger langs Sportpark de Vliet reed en op het kruispunt voor één van de stoplichten stond, dan hoorde je steevast het klassieke voetballawaai: schreeuwende spelers en het gefluit van de scheidsrechters. Tegenwoordig is er vooral doodse stilte, want ook de voorbijrazende elektrische auto’s maken geen geluid.

Even verderop aan de Boshuizerkade staan de cornervlaggen nog op het veld. Het complex is nog maar twee weken ‘lost ground’, nadat de gemeente Leiden per medio september de huur van LFC heeft opgezegd. Het is niet voor te stellen, dat hier niet meer gevoetbald wordt. Naast drie direct bespeelbare velden liggen twee kantines die nog in perfecte staat verkeren. Ooit was de Boshuizerkade een voetbalmekka voor iedere liefhebber. Alle dagen van de week werd hier gespeeld op de velden van VNA, Oranje Groen, Leidsche Boys, Unitas Leiden, ZLC en het ‘oude’ LFC.  Op de plaats waar de velden van het ‘oude’ LFC lagen, werden jaren geleden al huizen gebouwd. Aan de andere kant van de kade werd intussen een nieuwe topsporthal ontwikkelt, vanwege de bouwkundige staat van de 5 meihal.

In het tussenliggende gedeelte kregen FC Boshuizen en GOL Sport een splinternieuw complex. Anno 2024 is hier niets van over. GOL Sport is opgeheven, terwijl LFC haar thuiswedstrijden in Den Haag speelt. In Leiden Zuidwest wonen ruim 20.000 inwoners. Dat het niet mogelijk is gebleken hier een florerende voetbalclub op te bouwen, is ongelooflijk jammer. De krimp van het Leidse voetbal is een zorgelijke zaak. Waar de verenigingen in Leiden een moeizaam bestaan hebben, floreren de clubs in de directe omgeving. Veel Leidse voetballers spelen inmiddels bij Voorschoten’97, FC Oegstgeest, ASC, RCL en Meerburg.

Even verderop in de stad bevinden zich antieke ‘lost grounds’. Stuk voor stuk zijn dit locaties die nu op geen enkele manier aan vervlogen voetbaltijden doen denken. Op de plaats waar de Burggravenlaan en de Hoge Rijndijk elkaar ontmoeten, speelde ooit de Leidse Football Club Achilles. Op zondag 30 maart 1890 speelde deze al lang verdwenen club hier tegen Sportclub Noorthey uit Voorschoten. Dit was de eerste wedstrijd die ooit gespeeld werd door een Voorschotense club. Lang geleden is dit oerveld verslonden door de huizenhonger van de 20e eeuw.

Achter het grote treinstation speelde UVS betaald voetbal. Aan de Wassenaarseweg kwamen de blauwwitten vanaf 1955 uit bij de profs. Op de plaats waar ooit duizenden mensen op de tribunes zaten, staan nu kantoorgebouwen. Alleen de echte oude Leidenaren hebben hier nog actieve herinneringen aan. Even verderop zat Pomona, naast de Annakliniek in de Vogelenbuurt. Onder andere vv Leiden, ASC, Lugdunum, Leidsche Boys, JAG en LGB speelden hier kortere of langere tijd. Op de grens van Leiden en Oegstgeest aan de Nachtegaallaan was Pomona een eenvoudig en ‘tijdelijk’ complex, dat uiteindelijk toch nog 90 jaar dienst zou doen. Van al die wedstrijden die op Pomona gespeeld werden, is nu geen enkel spoor meer. LGB was overigens een club met spelers van Turkse origine.

De reserve-elftallen van ASC speelden een periode op Pomona, maar het eerste had altijd haar thuisbasis aan de Kempenaertstraat. Dit strak tussen de huizen gelegen mini-complex had vanwege haar unieke ligging een Engelse uitstraling. In 2017 verhuisde de Ajax Sportman Combinatie naar Sportpark Overveer en veranderde de Kempenaerstraat in een ‘lost ground’. Inmiddels is het voormalige voetbalveld volgebouwd met huizen. ASC heeft de (flinke) som geld die het ontving bij de verkoop van de grond goed besteed. Want eerlijk is eerlijk: het nieuwe terrein op de grens met Warmond is erg mooi geworden. Even verderop in Oegstgeest, fuseerden UDO en vv Oegstgeest in 2018. Het complex van vv Oegstgeest werd de gezamenlijke thuisbasis. Het aanpalende deel van de Voscuyl, waar UDO altijd haar wedstrijden speelde, werd vervolgens omgetoverd tot golfbaan. Wie over de A44 van Leiden naar Amsterdam rijdt, heeft aan de rechterkant goed zicht op de nieuwe situatie. Wel op de weg blijven letten, a.u.b..

Een stukje verder, in Sassenheim, bewonen Ter Leede en Teylingen sinds 1995 Sportpark Roodemolen. Daarvoor zaten ze gebroederlijk op het complex aan de Menneweg. Als je dat terrein vroeger op liep over het pad met de hoge bomen, passeerde je aan de linkerkant een legendarisch klein veld. Dat veld was berucht, omdat je vanaf de aftrap makkelijk het doel haalde. Even verderop lag het hoofdveld, waar beide clubs hun belangrijke wedstrijden speelden. Inmiddels is een villawijkje verrezen op het oude sportcomplex. In het midden daarvan is een flinke vijver aangelegd, waardoor niets doet herinneren aan de successen van weleer. In 1957 en 1959 werd Ter Leede hier landskampioen bij de zaterdagamateurs. De toegangsweg naar het wijkje verraadt nog wel de oude locatie, want de hoge bomen vormen daar nog steeds een erehaag.

Eén van mijn favoriete ‘lost grounds’ is het voormalige veld van Bernardus in Hazerswoude Rijndijk. Doordeweeks liepen er koeien en schapen over dit veld, waardoor de vruchtbare grond destijds optimaal gebruikt werd. Om vroeger gratis binnen te komen bij wedstrijden van het eerste elftal, moest vanaf het naastgelegen weiland een sprong over een sloot worden gemaakt. De ingang lag tegenover ‘Nieuw Werklust’, een voormalige kleiwarenfabriek in het buurtschap Groenendijk. In 1980 verhuisde ‘RKSV Sint-Bernardus’ naar de Sweelincklaan en werd het oude veld definitief teruggegeven aan de koeien.

In Voorschoten tenslotte zwierven SVLV (van 1925) en Randstad Sport (van 1932) flink door het dorp. Om die reden is Voorschoten bezaaid met ‘lost grounds’. Van 1957 tot en met 1998 was het iconische Burgemeester v.d. Hoeven Sportpark in gebruik. In de hoogtijdagen bespeelden de beide clubs daar liefst vijf velden. In 1974 verhuisde Randstad Sport naar Sportpark Adegeest. SVLV bleef tot 1997, het jaar waarin de (inmiddels) drie Voorschotense clubs fuseerden. Ook Voorschoten’97 speelde nog een jaar op het v.d. Hoeven Sportpark, dat inmiddels als ‘filiaal’ van Sportpark Adegeest was gaan fungeren. Wie nu over het voormalige complex langs het spoor rijdt, weet zich omringd door luxe huizen. De contouren van het totale perceel zijn nog zichtbaar, maar alle voetbalsporen zijn uitgewist. Gelukkig hebben wij de foto’s nog.

 

Op veel plaatsen in en rond Leiden zijn locaties te vinden waar ooit gevoetbald werd. Het regionale voetbalmuseum met ‘lost grounds’ is gratis toegankelijk. Het enige dat de bezoeker nodig heeft, is enige historische kennis.

Laatste nieuws

Mede mogelijk gemaakt door

Voor de laatste updates!

Volg ons op social media!