Wie kent hem niet? Isaac van Weerlee (76), Leidenaar, maar nu inwoner van Leiderdorp, heeft een rijk voetbalverleden achter de rug. Hij mag dan al een tijd met pensioen zijn, hij laat zich wekelijks zien op diverse voetbalvelden.
De interviewer is nauwelijks in huize Van Weerlee, of hij steekt van wal: ,,Weet je dat Jan Leget mijn buurman is? Hij is in mijn ogen de beste voetballer die Leiden heeft voortgebracht.”
De oer-Roodenburger begon gek genoeg niet bij de Noord-club, maar startte bij de fabrieksploeg van Parmentier, dat toen op de Haagweg speelde. Maar al na één jaar plukte Roodenburg de 16-jarige Leidenaar weg. Hij kwam een jaar uit voor het A-team, maar werd al snel overgeheveld naar het eerste, door een leegloop bij Roodenburg. Hij speelde uiteindelijk twintig jaar voor de blauwzwarte formatie.
De linkspoot heeft eigenlijk alle posities ingevuld op het veld. Van linksachter, tot linkerspits.
Een publiek geheim is dat Van Weerlee in zijn leven betaald voetballer is geweest. Welgeteld één wedstrijd. Een vragende blik van de interviewer vraagt om uitleg. ,,Het zit zo”, vervolgt de Leiderdorper: ,,Wij werden door Joop Riethoven (wielrengoeroe, red.) gevraagd om ons te melden bij café Bellevue aan de Steenstraat. Hij wilde betaald voetbal in Leiden. Daar zaten we dan: de gebroeders Van Kampen, Heymans, mijn broer Koos en ik. Het leverde dus een wedstrijd op in Amsterdam. Ik kreeg 25 gulden. Vervolgens werden we in een geblindeerd busje afgevoerd, want het bleef betaald voetbal en dat wilde de bond toentertijd niet. Ik was dus welgeteld één wedstrijd betaald voetballer”, besluit hij de merkwaardige move in zijn lange loopbaan. Broer Koos behaalde het betaald voetbal wel. Hij kwam uit voor Stormvogels. ,,Ik kwam gewoon tekort”, besluit Van Weerlee.
Van Weerlee beëindigde zijn carrière net voordat de grote opmars kwam van Roodenburg, met illustere namen als Sam den Os, Mat Keereweer en Maarten van Kooperen. Omdat hij gek was op het spelletje speelde hij ook in de zaal voor Wernink. Dat deed hij drie jaar. Het oefenmeesterschap lonkte, en al snel had hij diverse clubs onder zijn hoede. Oranje Groen (nu FC Rijnland), natuurlijk Roodenburg, Docos en Warmunda waren zijn clubs. Bij Docos deed hij de B-selectie. Een club die hij een warm hart toedraagt: ,,Het was prettig binnenkomen bij hun. En nu nog kom ik er nog steeds graag. Zo jammer dat er nu weer een aantal spelers is weggegaan. Ze moeten weer helemaal opnieuw beginnen.”
Van Weerlee raakt hierbij gelijk een gevoelige snaar. ,,Er is geen clubliefde meer. Dat zie je ook nu bij Roodenburg. Een aantal spelers is nu naar v.v. Leiden. En dat zie je bijna overal. Jammer, maar nu normaal.”
Op de onvermijdelijke vraag naar het verschil van nu en vroeger noemt de Leiderdorper: ,,Het zit hem niet zozeer in de techniek, maar vroeger was er veel meer werklust. Dat ontbreekt er nog wel eens aan.” Fanatiek blijft Van Weerlee: hij volgt bijna alle sporten. Alleen de motor- en autoraces laat hij aan zich voorbijgaan: ,,Bzzzzzzzzzzzzzzz, en weg zijn ze.” Hij weet dan ook de laatste sportuitslagen in één adem op te lepelen. Daarnaast bezoekt hij wedstrijden van zijn kleinzoon Jim, die in de D-tjes van RCL voetbalt. Maar ook Roodenburg vergeet hij niet. Met Jan Lovink legt hij op de zaterdagmiddag een kaartje. Daarnaast maakt zoonlief Ronald deel uit van het Roodenburg-bestuur. Isaac van Weerlee, een bijzonder mens en bovendien een betrokken voetbaldier.