Terwijl de Canadezen en Russen om me heen deze morgen inluiden met de nodige alcoholische versnaperingen, houd ik me enkel en alleen bezig met mijn telefoon. Alles leek zo slim geregeld. Een vakantie in januari: ach dat kon geen kwaad. Koning Winter zou dan vast wel in Nederland zijn, dus die potjes worden wel afgelast. Maar verdomme weer niet. Net als vorige week gaat het door. Toen werd ik wel goed op de hoogte gehouden. Niet dat het resultaat had, een 3-0 nederlaag was het laatste berichtje na negentig minuten, maar ik wist tenminste wel wat er gebeurde. Nu niet, en dat maakt me onrustig. Het voelt net zoals vroeger, midden jaren negentig, als je favoriete club in de Eredivisie speelde en je de tussenstand via teletekst volgde. Staren naar die tussenstand in het blauw en maar hopen dat die de juiste kant op verspringt.
En dan, opeens. Een berichtje: 0-1, fout Job… Meer niet. Een scheldkreet maakt zich zonder dat ik het bewust doorheb meester van me. En opeens voel ik me een standaard fan van een club. Als het goed gaat, zijn het helden. Nu het minder gaat, kan ik ze wel vervloeken. Waarom? Waarom bezorgen ze me niet voor heel even een gelukzalig gevoel? Gewoon even winnen en mijn vakantie wordt nog beter dan dat die al is. Maar nee hoor, die volgevreten studenten zullen wel weer teveel alcohol van de avond ervoor in hun lichaam hebben. Ze zullen wel weer te laat aanwezig zijn geweest, geen ballen hebben gehad, niet getraind hebben en een nonchalante houding hebben. Juist alle eigenschappen waar ik in Nederland dagelijks van geniet, probeer ik nu als argument aan te dragen voor mijn teleurstelling. De tijd verstrijkt, kwart over tien in de ochtend komt in zicht en een snelle rekenaar weet dan genoeg. De negentig minuten zitten er bijna op. Maar dan: elf minuten over tien, een sms’je: 0-2, strijd is gestreden. Inmiddels liggend op het strandbedje buig ik mijn hoofd. Weer niet, weer die hatelijke nul punten.
Vaak wordt er door andere clubs in de omgeving Leiden over LSVV’70 gezegd: ‘dat is toch verschrikkelijk, elke week maar afwachten welke spelers er zijn.’ Heel vaak, nee, eigenlijk altijd, klopt dat ook. Het tweede deel van die zin dan. Sommige spelers proberen er altijd bij te zijn, maar niemand slaagt daarin. En weet je wat het gekke is, en de trainers in de regio Leiden zullen het me niet in dank afnemen, maar ik kan het elke voetballer adviseren. Ga midden in het seizoen op vakantie. Waar je ook speelt, op welk niveau dan ook. Gewoon even weg, even niet die zaterdag of zondag meebeleven. Ver weg van dat gras en die kleedkamer zul je pas echt merken hoe bijzonder het is om deel uit te maken van een voetbalteam. Hoe lekker gras kan ruiken, hoe flauw maar tegelijkertijd ook geweldig de humor in de kleedkamer is, hoeveel onzin de trainer uitkraamt, maar tegelijkertijd hoe schattig dat ook weer is. Je zult als herboren terugkomen, nog meer en intenser genieten van een middagje op pad met je voetbalvrienden. Iets dat ik aan de andere kant van deze aardbol maar weer eens heb ondervonden. Rommelen in de marge: wat kan het toch mooi zijn! Oja: en wat gebeurde er een week later? LSVV’70 won voor het eerst een uitduel in de competitie en de vakantievierder speelde zijn beste wedstrijd van het seizoen. Toeval bestaat niet…