Wie het Leidse voetbal de afgelopen decennia gevolgd heeft, weet dat er tal van verenigingen in rook zijn opgegaan. Anderen clubs werden genoodzaakt om samen te smelten. Een greep in het verleden geeft aan dat clubs als VNA, LDWS, Unitas Leiden, ZLC, LFC
en Oranje Groen niet meer bestaan, of in elk geval niet meer onder die naam. Pieter van Schie durfde het echter aan om nieuw leven te brengen. In het eerste kwartaal van het lopende jaar begon het te jeuken en in mei zag Football Factory het levenslicht. Enkele dagen na het interview in september speelt het eerste elftal de eerste officiële wedstrijd. Oosterheem gaat er met een ‘gestolen’ overwinning vandoor (1-2). Henk van der Weijden gaat de boeken in met het eerste doelpunt. Pieter van Schie vierde na de nederlaag toch een feest met de club. Het verzinsel en de pogingen om een club op te richten zijn geslaagd. De stad Leiden heeft er een bonte voetbalclub bij met een mix van Antillianen, Surinamers en jongens van de Hollandse klei.
Netwerk
Na een oefenpotje van het tweede elftal bij Groene Hart Combinatie aan de Vliet in Leiden trekken we ons terug in de bestuurskamer van het gastvrije GHC. Het gesprek begint bij de origine van het ontstaan van het verhaal. “Mijn eigen bedrijf heeft als één van de belangrijkste uitgangspunten het begeleiden van jongeren. Het bieden van kansen. Zorgen dat mensen in het gareel blijven. Ik zie het als mijn taak te faciliteren. Die lijn heb ik eigenlijk doorgetrokken met het oprichten van een nieuwe voetbalvereniging. Binnen no-time schreven zich tientallen jongens in bij de vereniging. Ondertussen zijn we de grens van zeventig al gepasseerd. En geloof me, ik heb er niet achteraan hoeven jagen. Er was sprake van een lopend vuurtje. Mijn voordeel is dat ik in de voetballerij een stevig netwerk heb opgebouwd. Het meeste is geregeld en we hebben ons plekje gevonden bij de Leidse Universiteit.”
Aantrekkingskracht
Van Schie kwam zelf uit voor De Sleutels, later gefuseerd met VCL tot GHC, RKAVV, Blauw Zwart, UVS en Lugdunum. Aan de laatstgenoemde club wordt Van Schie hoofdzakelijk gelinkt.
“Lugdunum was mijn laatste club en daar heb ik ook veel functies bekleed. In februari boterde het niet meer zo en is er een streep gezet onder de verstandhouding. Aan terugkijken heb ik geen behoefte. In elk geval weet ik dat ik daar veel jongens heb binnengehaald als trainer en ik dacht dat ik mij sterk moest vergissen als dat niet zou lukken met een nieuw op te richten club.
Vervolgens heb ik wat visjes uitgegooid en zo kwamen de aanmeldingen vanzelf binnen. Voor mezelf weet ik dat ik absoluut niet heb geronseld bij andere clubs. Nu herbergt de Football Factory jongens uit Barneveld, Utrecht en Rotterdam. Vanwege de hoeveelheid aan administratie hebben we de voorbije maanden veel contact gehad met de KNVB. Die zullen er wel niets van snappen dat onze jongens van ver komen om in Leiden een balletje te trappen.”
Specialist
De goalgetter uit het verleden heeft een duidelijke visie over de maatschappij.”Het gaat hier wel eens te goed. Dat resulteert in egoïsme en vooral in de grote steden levert dat problemen op. Steeds meer zie je dat spelers al weer rap naar een andere club gaan. Ik heb moeite met jongens die ‘erkennen dat je wat voor ze hebt gedaan’, maar in dezelfde zin stellen ‘dat ze er niet om hebben gevraagd’. Ik wil jongeren van de straat krijgen. Verantwoordelijk laten zijn voor wat ze doen. Ze mogen, maar ik dwing niemand. In elk geval wil ik dat de jongens bij deze club blijvertjes zijn. Noem mij maar specialist in het activeren van mensen. Zwaktes ombouwen in sterktes. Daar ligt mijn kracht. Nederland is welvarend en het verenigingsleven is daar nog wel eens de dupe van. Mijn doel is om een stukje verzuiling terug te halen.
Toekomst
Op de vraag of Football Factory een lang leven beschoren is of een eendagsvlieg zal zijn, haakt Van Schie zonder aarzeling in.
“ Ik heb geen hoge ambities. Het is sowieso de bedoeling om de club 4 á 5 jaar in de lucht te houden. De club mag groeien, maar er zit wel een begrenzing aan. Voorlopig hebben we een win-win situatie met de universiteit. Het complex is uitstekend en we hoeven enkel te huren. Zonde dat het hier lange tijd braak lag na het vertrek van LSVV’70.
Het zou mij niet verbazen dat studenten zich straks ook aansluiten bij de club. Wij willen een familieclub uitstralen. In de vijfde klasse moeten we goed kunnen meedraaien. We schreeuwen echter niet van de daken dat we direct hogerop moeten. In elk geval zijn wij geen ABF uit Wassenaar dat eerder uitkwam in deze vijfde klasse en over de honderd doelpunten moest incasseren.
Ik ben ervan overtuigd dat meerdere mensen een vereniging kunnen oprichten. Het is niet moeilijk, maar je moet het wel doen. Het staat nu al stevig, eigenlijk steviger dan verwacht.En eigenlijk is het de bedoeling om over een aantal jaar nog een Football Factory in een andere grote stad op te richten.”
Op de doordeweekse avond wordt ons na een bepaalde tijd aangegeven door de barman dat de kantine gaat sluiten. De trainer/speler/initiator ofwel duizendpoot en de barman kennen elkaar uit de tijd van De Sleutels. “Ik heb nog het laatste kampioenschap meegemaakt, toen speelde ik daar nog”, herinnert de 35-jarige Leidenaar zich.
Van Schie speelde nog op eersteklas-niveau en rook zelfs even aan Luton Town.
En ambitieus of niet; de Football Factory met voorlopig twee herenteams en een dameselftal is een feit. Sceptici in Leiden nemen Van Schie dat niet af.
September 2008