Iedereen leek zich doordrongen van de situatie en een aantal groepsgesprekken, zo viel afgelopen week op deze site te lezen, moesten herstel brengen. Toch is het weer fout gegaan. Kan jij overzien wat er zoal mis ging tegen RAS?
,,We waren er heilig van overtuigd dat deze wedstrijd de ommekeer zou geven. Door vier persoonlijke fouten en twee pingels tegen staan wij echter weer met lege handen. Hier is niet tegen te voetballen.”
Dan maar even beginnen met de door jou genoemde fouten.
,,Bij de eerste tegengoal was onze keeper (Andy van der Meulen, red.) ongelukkig door de bal los te laten. Vervolgens kreeg ik de bal tegen mijn hand volgens de scheidsrechter. Ik had beide armen langs mijn lichaam. Bij de tweede goal ging Alex (Jansen, red.) de fout in en was het weer een pingel. Eigenlijk nog steeds niks aan de hand, maar na een misverstand tussen twee teamgenoten werd het 2-3 en toen waren we geknakt. De laatste tegentreffer ontstond nadat de bal weer los kwam van de keeper. Tja, om moedeloos van te worden.”
Natuurlijk zijn die fouten fataal geworden, maar er is ongetwijfeld meer fout gegaan?
,,Ja, en dat steekt nog veel meer. Zelfs in deze pot hebben we niet het karakter getoond, zoals RAS dat wel deed. Zij hebben 2 of 3 leuke voetballers en de rest werkt zich het snot voor de ogen. Bij ons was dat helaas anders. Ik noem dit collectief falen. Onbegrijpelijk. De waarheid is de voorbije weken boven tafel gekomen en alles is onderling uitgesproken. Ons trainingskamp was ook prima en dan krijg je deze zeperd. Ik was er vanuit gegaan dat er een ander Roodenburg zou staan. Beangstigend dat dit nu nog niet het geval was. Zo spelend winnen we er geen één meer.”
Jou kennende moet je hebben afgezien na de wedstrijd. Klopt dat?
,,Voor mezelf heb ik de wedstrijd nog eens geanalyseerd in de dug-out. Me afgevraagd wat er allemaal mis ging. Vervolgens heb ik gaan douchen en pas na lange tijd ben ik de kantine ingegaan. Daar kreeg ik ook de vraag hoe dit kon gebeuren. Op dat moment was ik sprakeloos. Ik kon enkel maar uitkomen op het feit dat wij er twee hadden gemaakt en zij vier. Zo triest, vooral omdat er weer alles aan gedaan was om het gezellig te maken met muziek na afloop. Met dit scenario was geen rekening gehouden. Als je me vrijdag had gebeld en gevraagd had of we de degradatie zouden ontlopen, was mijn antwoord overtuigend ‘ja’ geweest. Natuurlijk wil ik er nog steeds vanuit gaan dat we het redden, maar eerlijk gezegd heb ik er nu wel een harder hoofd in. Ik wil niet degraderen. Niet voor mezelf, maar zeker ook niet voor Patrick (Kamperveen, red). Hij doet er echt van alles aan om ons te helpen. Eigenlijk doet hij zelfs meer dan in zijn taakomschrijving omschreven staat. Gezeik naar hem toe vind ik zwaar onterecht. Alleen voor hem al had ik heel graag gewonnen.”
Het is nog niet gedaan, want de competitie is pas halverwege. Het zal in elk geval uit de tenen moeten komen in het tweede deel van de competitie.
,,Ik realiseer mij dat dit niet het Roodenburg is van de jaren tachtig/ negentig. Er is een groot mentaliteitsverschil. Een aantal jongens kan dat nu ook opbrengen, maar ik vrees dat er ook een aantal is dat niet zover is of wil komen. Het heeft ook te maken met de gunfactor. Toen we op 2-1 kwamen na een absolute wereldgoal van Adem Aksoy (een volley die in het kruis belandde), kregen we kansen op meer. Dan moet je het uitspelen en niet voor eigen succes gaan. Dit Roodenburg heeft weliswaar geen garanties bij een grotere voorsprong op een goede afloop, maar met 3-1 zou het voor RAS wel een brok moeilijker zijn geworden.
Belangrijkste verschil met RAS was dat zij het karakter wel hadden. Dan alleen ben je in staat om wedstrijden te winnen.”
Roodenburg leek er dit seizoen op vooruit te zijn gegaan, maar de situatie is eigenlijk slechter dan de stand van zaken, een seizoen terug.
,,Destijds stonden we er op dit moment ook niet best voor, maar dat vond ik meer logisch met de toenmalige groep. Geweldig dat we het toch nog hebben kunnen rechtzetten. Nu hebben we eigenlijk meer middelen, maar komt het er niet uit. Eerder dit seizoen heb ik vaak op de bank gezeten en heb ik ook kunnen zien dat Roodenburg gewoonweg vaak beter was dan de tegenstander. En toch staan we waar we staan. Op deze wijze vind ik het voetbal niet meer leuk.”
Ook voor jou komt er een keer een einde en zullen de voetbalschoenen een keer uitblijven. Dat wil je niet meemaken met een degradatie, lijkt me?
,,Als ik een partijtje verlies op de training kan ik daar al de schurft over in hebben. Ik ben eenmaal eerder gedegradeerd en dat wil ik niet nog eens meemaken. Maar ik speel niet in het belang van mijn carrière. Ik speel voor Roodenburg en deze club mag niet afglijden naar de derde klasse. We zijn nog niet dood, maar zo komen we wel op het randje te liggen. Volgende week wacht Zevenhoven. Ik durf er eerlijk gezegd niets meer over te zeggen. Als nu nog niet duidelijk is dat wij enkel kunnen overleven als we bloed, zweet en tranen laten zien dan stopt het. De dood of de gladiolen. Enkel met die instelling valt er nog wat te halen. Nu nog bij allemaal dat besef.”