Pal voor de zomerstop sprak onze redactie met de nieuwe trainer over zijn beweegredenen om de omgekeerde weg te volgen van zijn voorganger.
Hoe is het zover gekomen dat jij straks op de bank zit bij de zondagtak van Roodenburg?
,,Ik was al op zoek nar een club om mijn TC2 te halen. Een tijdje terug zat ik al tegen een ‘ja’-woord aan bij tweedeklasser SVC’08. Ik kon daar assistent-trainer worden. Bij Roodenburg trainde ik de jeugd al en doordat Mootje ging stoppen, kwam er een functie vacant. Op die manier ben ik benaderd en is de stap naar de fusieclub er niet van gekomen. Men zag eigenlijk niet in waarom ik het niet zou proberen met de zondaggroep. Dat leek me een mooie uitdaging, bij een club waar ik mij thuis voel en al lang rondloop.”
Wat weet jij van de selectie?
,,Uiteraard heb ik even bedenktijd gevraagd. Ik ken de groep wel en weet dat het geen eenvoudige klus zal worden. Helaas zijn ze een paar keer negatief in het nieuws geweest, maar Mo heeft ze op de rails gekregen en de laatste maanden hebben ze laten zien te kunnen voetballen en de resultaten waren ook overeenkomstig. Met Mo heb ik heel veel gesproken, want we hebben dezelfde werkrking. Ik ben overtuigd van de mogelijkheden van de groep, hoewel er enkele jongens overstappen naar de zaterdagtak of elders gaan voetballen. Dat is zonder meer jammer. Daar staat tegenover dat er ook weer aanvulling komt.”
Is het plaatje al wel rond?
,,Grotendeels wel, hoewel ik best nog enkele Nederlandse jongens zou kunnen gebruiken met ervaring. Dat zou voor de balans ook wel prettig zijn, want we hebben veel buitenlandse voetballers. Begrijp me goed, die kunnen stuk voor stuk prima voetballen. Dat bewijs hebben ze wel geleverd. Maar je moet af en toe ook een wedstrijd kunnen lezen dan wel op slot kunnen gooien. Dat ontbeerde er wel eens aan. Het is wel zo dat ik niemand iets toe zeg. Ik ben een disciplinaire trainer. Als een speler niet kan leven met een beslissing heeft hij een probleem. Het kan niet zo zijn dat een individueel belang boven het groepsbelang staat.”
Even terug in de tijd. Je bent hier dus zo ongeveer geboren?
,,Ik speel vanaf mijn vijfde bij Roodenburg. Tot de A heb ik hier gevoetbald. Daarna wilde ik mijn grenzen opzoeken. Zo kwam ik bij Rijnsburgse Boys. De concurrentie was daar moordend. In het eerste seizoen kreeg ik wat invalbeurten na de winterstop, maar tot een doorbraak kwam het niet. Bij GHC speelde ik later onder Arno Lancel, maar ik bleef de drang houden om op hoger niveau te spelen. Korte tijd kwam ik nog uit voor SJC, maar ik raakte fors geblesseerd aan de meniscus. Twee operaties wierpen mij terug. Bij Voorschoten’97 heb ik ook nog even gespeeld onder Peter Wubben, maar op een zeker moment ben ik op reis gegaan. Vorig seizoen heb ik het slot van de competitie nog meegemaakt als speler bij het zondagteam in Leiden-Noord. Via de nacompetitie hebben we het toen net niet gered. Dit seizoen ben ik weer uitgekomen bij en voor Roodenburg, maar ik kreeg niet echt de kans in het eerste elftal op de zaterdag. Nu ga ik mij volledig storten op het trainingsvak.”
Behoudens bij de jeugd heb je dus weinig trainingservaring. Een sprong in het diepe?
,,Het klopt dat ik mij op trainersvak heb beziggehouden met de jeugd. Onder meer met Ned. Elftal <12. Twee jaar terug speelden we in Zuid-Afrika, officieel met pers, trainingskamp en noem maar op. We werden eerste en het jaar erop werden de jongens tweede. Dat waren geweldige ervaringen. Via het CIOS heb ik TC 3 gehaald. Nu wil ik de volgende stap zetten. Ik heb er zin aan. Het is een jonge groep waarmee wat neergezet kan worden. Dit seizoen is de ploeg te laag geëindigd. Inmiddels is er een spelersraad in het leven geroepen en de komende weken gaan we met elk individu in gesprek. Ik ben jong en besef me ook dat ik door het ijs kan zakken, maar ik loop niet weg voor deze mooie klus bij een dito vereniging.”