vrijdag, april 26, 2024
HomeColumnColumn: ingrijpen of niet...

Column: ingrijpen of niet…

-

Zondag j.l. won AZ verdiend met 2-3 van Feyenoord. In principe had de score hoger kunnen (moeten) uitvallen. AZ had steeds een mannetje meer op het middenveld. Diemers/Fer/Toornstra vs Midsjø/Koopmeiners/Stengs/Gudmonsson. Laatstgenoemde stond op papier rechtsbuiten maar speelde in balbezit van AZ als een soort ’10’ onder zijn eigen spits Boadu, in de rug van Diemers, en vrij ver en aan de binnenkant van Malacia die in zijn eigen zone op lijn bleef. Hierdoor had de ‘6’ van Feyenoord, Fer, eigenlijk twee tegenstanders, Stengs en Gudmonsson.

Ook op amateurniveau proberen we dit steeds vaker. Een ietwat afwijkende veldbezetting ten opzichte van onze klassieke 4-3-3. Met name voor backs is dit lastig te verdedigen. Als je als back door dekt, ligt er een heel verdedigingsblok open, een ruimte waarin spelers van de aanvallende ploeg zich kunnen aanbieden, vaak een diepe back. Als je in zone blijft, kan het zomaar gebeuren dat je directe tegenstander vrij staat op het middenveld.

Ook bij Voorschoten’97 proberen we dit spelprincipe te hanteren; vrij komen tussen de linies. We hebben zelfs een formatie waar geen label 4-3-3 of 4-4-2 opgeplakt kan worden. Spelers kiezen zodanig positie, dat linies vervagen. De mate van succes hangt natuurlijk in eerste instantie af van je kwaliteit als ploeg ten opzichte van die van de tegenstander. Is die laatste sterker dan zal je minder de bal hebben en meer vanuit de reactie spelen. Ben je zelf dominant aan de bal, dan komt dit spelprincipe ook beter uit de verf.

Andersom hebben wij ook de nodige verdedigende problemen gekend met tegenstanders die dit spelprincipe hanteerden. Vorig seizoen stonden we na tien minuten al met 0-2 achter tegen RVVH. Een rechtsbuiten die zich steeds op het middenveld aanbood, en een rechtsback die constant eroverheen kwam en de achterlijn haalde. Deze rechtsback had bij beide treffers de assist en had zelf 1 op 1 met onze keeper de 0-3 op de schoen.

Dit seizoen, vlak voor de de lockdown, hadden wij in de eerste helft tegen Honselersdijk geen grip op hun zwervende centrumspits, die steeds speelde in de ruimte tussen onze dubbele 6 (Verplancke-van der Niet) en het centrale duo (Hoogeboom- Knijnenburg), terwijl er steeds een middenvelder diepte pakte op de vrijgekomen spitspositie. Drie tegentreffers in de eerste helft.

In beide wedstrijden wisten we nog een resultaat te boeken. 4-4 tegen RVVH, 5-4 tegen Honselersdijk. Maar onze doorgaans solide verdedigende organisatie piepte en kraakte en zoveel tegengoals is natuurlijk not done.

Ook als trainer zijn er lastige afwegingen te maken. Na een paar minuten van alles gaan roepen en gebaren om gelijk maar iets aan te passen, is ook niet echt een teken van kracht. Je hoopt in eerste instantie toch dat de spelers zelf met een oplossing komen. Soms lukt dit, bij deze twee genoemde wedstrijden hebben we vooral in de rust in overleg en met het bord erbij wat aanpassingen gedaan. Het kwam uiteindelijk nog goed, maar je moet als coach toch kritisch naar jezelf kijken, of je niet eerder had moeten ingrijpen.

Theo Ducaneaux

Redactie
Redactie
De voetbalsite van Leiden en omgeving. Actueel en betrouwbaar.

Must Read