Oude clubhelden- Hij was ons al opgevallen tijdens het 1ste toernooi Leidse Media – Leidse Politici. CDA, VVD, PvdA, D66 en GroenLinks hadden een elftal afgevaardigd. Joost Bleijie stond centraal bij het CDA-team, dat het journaille uit de stad eens een poepje liet ruiken. De ietwat mollige Bleijie leek voor zijn leven te rennen, hij scoorde en leverde een belangrijke bijdrage aan de overwinning van ‘zijn’ CDA en ging aan de haal met de nauwelijks te tillen beker.
Dat Joost niet bij de uitreiking aanwezig was, om hoogstpersoonlijk het zilveren kleinood aan de talrijke supporters te tonen, had een goede reden: Bleijie verjaarde die dag en was geëxcuseerd. Wij schrijven 12 februari 2018. Het unieke toernooi was georganiseerd door Sleutelstad en LeidenAmateurVoetbal. Voor herhaling vatbaar? ‘Zeker,’ roepen Chris de Waard en Reanne van Kleef van Sleutelstad en LAV’s Hennie Kanbier. Maar wanneer komt er een vervolg?
Om nu te zeggen dat Joost Bleijie op de klanken van de Triomfmars dan wel op de muziek van de 9e van Beethoven de voetbalvelden betrad en van het publiek al voor het 1ste fluitsignaal een staande ovatie in ontvangst kon ontvangen, nee, zover heeft de 42-jarige Leidenaar het niet geschopt. De kans dat hij dat nog in dit aardse bestaan leven zal meemaken, wordt miniem geacht. Wat hem wel sinds 2006 verrast, nee: overrompeld, is dat enkele 1000-den Leidenaren, getooid in rood en wit, hem op 3 oktober in het Van der Werffpark toezingen. Dat gebeurt tijdens de Koraalzang, een van de niet weg te denken hoogtepunten van de viering van Leidens Ontzet. Joost houdt dan zijn Koraalrede. Politiek Leiden kent hem als de man die de CDA-fractie in de gemeenteraad voorzit. Voor ondernemers is hij de voorvechter van het midden- en kleinbedrijf, en dichter bij huis: Â als Centrummanager heeft hij zich ingezet voor de belangen van de stad en winkeliers. Dat is al een hele interessante C.V.
Maar hoe zit het met zijn prestaties op de groene mat? Bleijie geeft zelf het antwoord: ,,Niet om over naar huis te schrijven.” Toch is er alle reden om Joost Bleijie de schijnwerper te geven. De aanmoediging, advies of aanbeveling: ‘Ga er voor zitten en huiver’, is achterhaald maar messcherp van toepassing in dit interview.
Fotograaf Johann Kranenburg en uw pennenlikker zijn uitgenodigd op het stadhuis. De breedgeschouderde heren van de Beveiliging geven toe- en doorgang na een scherpe blik op het 2-tal en een vinkje achter de namen. ,,Goed volk.” Joost Bleijie staat op de hoogste trede van de monumentale trappen, opent gastvrij de zware, ijzeren deuren en geleidt het LAV-duo naar de fractiekamer van het CDA. Daar oogt het alsof er zojuist een orkaan heeft gewoed. Joost Bleijie signaleert de verraste blikken en meldt dat de fractiekamers binnenkort verhuizen naar Level aan het station. ,,Vandaar”, klinkt het eenvoudig.
Plezier voorop
Koffie, thee, water? De voorman van het plaatselijk Christelijk Democratisch Appèl oogt klaar voor het gesprek, hij is voorbereid naar zal blijken. Het LAV-koppel ook. Met een onderbreking van 3 jaar – ‘Ik studeerde die periode Geschiedenis aan Universiteit Leiden’ – heeft Joost op de ledenlijst van het Leiderdorpse RCL gestaan. ,,Ik was 6 jaar toen ik mij aanmeldde en stroomde zo in bij de F’jes. In feite is er over mijn voetballoopbaan weinig te melden. Echte hoogtepunten, zoals kampioenschappen, zijn op de vingers van een hand te tellen. Van de F naar E, richting A, overstappen naar de senioren en nu een stuwende kracht in Veteranen 3, die ik op woensdagavon training geef.”
Van buitensporige opwinding is nooit veel sprake geweest, wel van vriendschap, gezelligheid en doelpuntjes meepikken. ,,Mijn scorend vermogen mag er – zeg ik zonder arrogantie – best zijn. Trouwens, nog steeds.” De Merenwijker heeft geen gouden tips, spirituele formules, laat staan bruikbare adviezen die anderen zouden kunnen helpen het vijandelijke net te vinden. Ondanks dat de voetballende politicus vindt dat hij ‘een paar kilootjes’ mag kwijtraken, is 2×45 minuten geen fysiek probleem. Dat komt omdat hij zijn ‘werk’ binnen de lijnen doseert. De bal moet zijn werk doen en de voetballer moet niet onnodige meters maken. Tot en met de laatste seconde van de wedstrijd beschikt hij over volop lucht. Er is nog een verklaring voor deze speel- en pretwijze: ,,Ik heb zoveel plezier in het voetballen, ik geniet ervan om met elkaar de wei in te gaan, lekker een balletje te trappen. Dat is altijd zo geweest. Ik wil presteren, geen misverstand, maar het plezier staat voorop.”
De zaterdag is heilig
De zaterdag staat in huize Bleijie in het teken van het voetballen. ’s Morgens vergezelt pa zijn zonen Willem-Jan (10) en Casper (8) naar de uit- en thuiswedstrijden. ’s Middags staan de kids langs de lijn om hun vader aan te moedigen. Voor mamma Heleen is zaterdag ‘een moment’ voor zichzelf. Iedereen tevreden, dus. Lennart (4), hoewel ook voorbestemd voor het voetbalveld, is nog niet aan een club verbonden, een beetje jong, hè. ,,Ik vind het noodzakelijk dat kinderen spelen en sporten met leeftijdgenoten, het sociale karakter daarvan is niet te onderschatten. Ze leren winnen en verliezen en luisteren naar de trainer en leider. Verder: opdrachten uitvoeren. Zo groeien ze gezond op. Ik hoop echt dat de jongens heel lang in clubverband blijven voetballen en vriendschappen sluiten. Ik heb er zelf ook zoveel baat bij gehad, en nog.”
Dan laat hij noteren: ,,Bij een teamsport leert de jeugd omgaan met iedereen, het is het voorportaal van de maatschappij.” Dat Willem-Jan en Casper begonnen bij RCL ligt voor de hand. Zo vader, zo zonen. Ze deden het daar goed en hadden het naar hun zin. Waarom spelen ze nu bij UVS? Joost: ,,Daar zijn eenvoudige redenen voor geweest. Willem-Jan moest 3x per week trainen en daarna douchen. Niks mis mee. Alleen zijn er avonden geweest dat ik hem in een hurry moest ophalen omdat er fractieoverleg was of om 20 uur een gemeenteraadsvergadering. We hebben gevraagd of Willem-Jan zo van het veld mee naar huis kon, dus zonder te douchen. Helaas kon dat niet. Bij UVS kon dat wel. Een ander voordeel: Het UVS-complex is vanuit de Merenwijk een stuk makkelijker te bereiken, met een koprol zijn we daar.”
Omdat Willem-Jan naar UVS ging, sloot Casper zich bij hem aan. ,,Mijn jongens zijn niet weggeplukt bij RCL”, zegt Joost dan, ten overvloede. ,,Ze hebben eerst aan de club en de sfeer geroken. In de 1ste de beste wedstrijd bij UVS onder de 11 jaar, scoorde Willem-Jan 5x.”
Talent
,,Ik ben niet zo’n vader die langs de lijn zijn kinderen schreeuwend ‘advies’ geeft; daar ben ik zo tegen.’ En vervolgt: ,,Je hoeft geen pedagoog te zijn om te zien wat er dan gebeurt. Zo’n jochie of meisje zie je veranderen, verkrampen, het plezier van het spel verdwijnt zienderogen. Kijk, wanneer spelers talent hebben, wordt dat heus wel opgemerkt. Talent wordt er zo uitgehaald.” Wanneer heeft een jochie talent? ,,Wanneer ‘ie basistechniek laat zien. Bijvoorbeeld: het aannemen van een bal en meteen zien naar wie de bal gespeeld kan worden; in dat geval gaat het koppie meteen omhoog, de manier van aannemen en snel doorspelen, overzicht hebben.”
Voor ego’s is geen plaats in de voetbalfilosofie van Joost: ,,Je ziet jongens je reinste tovenarij met een bal uithalen, daar zijn ze verrekte goed in. Geen wonder, want ze zien de trukendozen op de televisie, oefenen de trucs door en door op straat en hebben die dan onder de knie. Een tegenstander met een mooie beweging de andere kant opsturen, mag ik graag zien, er moet echter niet overdreven worden.”
‘Meneer Brandt’
Hij vindt het ‘een gelukkige zaak’ dat kinderen geen tattoos mogen laten zetten, dat mag pas vanaf 18 jaar. Bleijie senior bewaart heel goede herinneringen aan trainers als Jan Nonkes, die op niveau heeft gespeeld, aan Ruud Fortman bij de A1 en aan Bram Brandt. Over de geblokte ex-doelman Brandt, die tegenwoordig in het zonnige Spanje woont: ,,Bij hem gingen prestatie en plezier hand in hand. Hij deed veel met de bal, wist als geen ander dat voetballers een hekel hebben aan rondjes lopen door de Bloemerd of om het veld. Bram was mijn type trainer.”Anekdote: ,,Ik sprak Bram altijd aan met ‘Meneer Brandt’. Toen ik in de 3e helft een rondje bier ging halen, zei hij: ,,Nu jij biertjes weggeeft, kan je me voortaan Bram noemen.” ‘Goeie gozer, Bram.’ De A1 en B1 speelden toen eerst regionaal, later ook landelijk. Best hoog.
In de kelder
Veteranen 3 van RCL ‘De kelder van de club’, met ‘ouwe gabbers’ als Bart van Eijk, Danny Sas, doelman Ron Parlevliet, Pieter Rotmans, Ramon Hogendam, Sander Morsch, Jasper Klein Patrick van den Berg, Ymte Hoeksma en Erik Ploegmakers maken een wisselvallig seizoen door. Hoogte- en dieptepunten wisselen elkaar wekelijks af. In de 2de klasse West 2 wordt gespeeld tegen onder meer RCL Veteranen 2 (verloren), Fc Boshuizen V 1 (gewonnen), SVC ’08- RCL V3 werd 2-7, tegen Van Nispen V3 gelijkspel (4-4), een pak voor de broek tegen Sportlust ’46 V1 (2-7), een gelijkspel (2-2) tegen Moerkapelle V3.
,,Resultaten ach, het gaat op de 1ste plaats om het plezier, winnen is leuk, verliezen geen drama.” Dan volgt er toch een ‘maar’: ,,Het gebeurt natuurlijk wel eens dat je in een wedstrijd aan alle kanten wordt voorbij gelopen. Daar kan ik aardig tegen. Hoewel, vorig seizoen toen ik nog tussen de jonkies bij de ‘gewone’ senioren voetbalde, gebeurde dat wel erg veel keer, dat ik er moedeloos van werd. Ik rende naar de dug-out en riep hijgend ‘wissel me maar’. Gelukkig gebeurde dat ook.”
De voetballers van tegenwoordig spelen met de meest innovatieve schoenen in allerhande ‘schattige’ kleurtjes. Joost, spits en aanvoerder van RCL Veteranen 3, houdt het zijn hele leven al op zwart (‘Voetbalschoenen horen zwart te zijn’), Willem-Jan geeft de voorkeur aan de schoenen van Messi of Ronaldo en Casper op zwart/oranje. Zijn jongens zijn de toekomst, Joost zelf hoopt het nog lang vol te houden bij de Veteranen (‘Lekker na een drukke week je hoofd leeg maken’), waar gezelligheid troef is, het deelnemen aan toernooien, af en toe een etentje en zomers de met bier begeleide barbecue traditionele hoogtepunten zijn.
Zitten we toch nog even met de kop van dit interview: ,,Overigens ben ik van mening dat de Marebrug een nieuw wegdek verdient.” Joost Bleijie: ,,Die uitspraak gebruikte ik elke week als afsluiting van mijn column die in de tijd dat ik Centrummanager was schreef in het Leids Nieuwsblad. Het is deels geleend van Cato Maior, die zo’n 200 jaar voor Christus leefde. Hij had de gewoonte elke redevoering over welk onderwerp dan ook te beëindigen met ‘Overigens ben ik van mening dar Carthago vernietigd moet worden’. Carthago was in de tijd van de tegenspeler van Rome tijdens oorlogen. De strekking van deze uitspraak is dat zaken die belangrijk zijn voortdurend herhaald moeten worden. Dat was in mijn tijd als Centrummanager het nieuwe wegdek voor de Marebrug. De boodschap kreeg gehoor, het wegdek is inmiddels al een paar keer vernieuwd.”
Foto’s:
·     Collectie Joost Bleijie
·     Emile van Aelst (Leidse Glibber)
·     Sleutelstad
Actuele foto’s:
·     J.P. Kranenburg