Jan Kramp: ,,Bij Leidsche Boys was het ook feest als er werd verloren”

,,Wanneer je het over clubliefde hebt, denk ik aan mevrouw Tuinhof de Moed. Ondanks haar drukke gezin, waar tien kinderen rond banjerden, naaide zij voor de jeugd de shirts voor de club, in rood/witte blokken. Uniek. “Jan Kramp (72), op zijn praatstoel over de voetbalclub die hij hondstrouw bleef, dit in de rubriek ‘Oude clubhelden’. Toch heeft Kramp na zijn afscheid geen stap meer op het clubcomplex gezet. De reden: ,,Wanneer je weg bent, moet je weg blijven. Anders ga je je weer met allerlei zaken bemoeien, mensen voor de voeten lopen. Moet je niet willen en zeker niet doen.”

Spelers van Leidsche Boys in de ‘blokken-shirts, ontworpen en genaaid door mevrouw Tuinhof de Moed. Staand vlnr: Koos Crama (trainer), Dick Heruer, Jan Kramp, Frans Vermeul, Jaap Slijkhuis, Johan Singeling, Thijs Polane. Zittend vlnr:  Piet Schlagwein, Koos Schreuder, Wim Rekelhoff, Remco Fasseur, Fred de Nobel.

Op de kop af 60 jaar geleden stapte Kramp aan de hand van ome Jan van Dam naar Leidsche Boys om zich op te geven als lid. Ome Piet wilde dat kleine Jan bij LFC zou gaan voetballen, kanarie moest hij worden. Het adspirantje, dat in Reineveststeeg woonde (zijstraatje van de Langegracht)  stampte op de grond, riep “nee, nee, nee”,  hield voet bij stuk. Niks LFC,  het wordt Leidsche Boys. Een goed besluit, naar later zou blijken. Hij bleef Leidsche Boys trouw, speelde nooit in de andere clubkleuren. ,,Kom daar ‘ns om in deze tijd”, smaalt hij. Kramp ging van de aspiranten over naar de junioren en vandaar via de senioren naar de veteranen. Het spelend en regelmatig scorende lid  (,,Toen ik bij de junioren speelde zei kantinebaas Chris Ouwerkerk altijd: ‘Als je scoort krijg je een flesje’.  Hij heeft het geweten.”) deed meer. Hij werd jeugdleider, jeugdtrainer, jeugdsecretaris, jeugdvoorzitter, bekleedde verschillende bestuursfuncties, waaronder ook een tijdje die van voorzitter.  Door al die functies was hij zelden thuis.  Voor al deze verdiensten werd hij eerst benoemd tot Lid van Verdienste en bij zijn vertrek tot Erelid. Waar deze Oorkondes zijn gebleven weet hij echt niet. Opzoeken wordt nog een hele klus. Jan is niet zo van “tattatarara”, bloemen en toespraken. Oprecht bescheiden dus. Veel liever praat hij over de verdiensten van Tilly, zijn vrouw. ,,Zij heeft jarenlang De Voetzoeker, het clubblad van Leidsche Boys week in week uit getypt, gestencild, verzameld, gevouwen, van nietjes voorzien, en op wijk gelegd. Met plezier. Ik hoefde de stapels boekjes alleen maar bij de bezorgers te brengen. Daar heb ik altijd bewondering voor gehad. Trouwens ook voor al die andere vrijwilligers die zich hebben ingezet en nog steeds voor de club door het vuur gaan.”

Eigen sfeer

De Rijnsburgse/Leidenaar of Leidse/Rijnsburger diepte uit de annalen op dat Leidsche Boys in 1922 werd opgericht en met Hercules op het paarse shirt meteen knalde. Hercules verdween omdat elders in het land al een voetbalclub onder die naam bestond.  De oprichters Velthuyzen, Van Hoven en Boom, voormalige UVS-ers, kozen op een extra ledenvergadering bij een van het trio thuis voor Leidsche Boys. Paars/wit werd rood/wit en zou dat altijd blijven.

,,Een voetbalclub bood – ook in mijn tijd – meer dan alleen de gelegenheid om een balletje te trappen”,  vertelt de voormalige allesdoener van Leidsche Boys. ,,Er was een Contactcommissie die allerhande activiteiten organiseerde.” Jan somt ze moeiteloos op: filmavonden, kaart- en viswedstrijden, zelfs uitgaansdagjes met bussen. Hoe de mensen daar allemaal de tijd voor hadden, naast hun werk en gezin, moet Kramp altijd nog eens uitzoeken. Hij spreekt van een club met “een eigen sfeer” en “een verbondenheid”, die je bijna nergens anders aantrof. Tilly laat ledenlijsten van toen zien. Ze bevestigen dat hele gezinnen verknocht waren aan Leidsche Boys, die de handen uit de mouwen staken en zich inzetten voor de club. Namen? Boutier, Filarski, Van Es, Groenendijk, Heruer, Honsbeek, De Jager, De Ligny, Ouwerkerk, Petit, Polane, De la Rie, Schlagwein, Slijkhuis, De Vogel, De Nobel  en Kramp, natuurlijk.

De hoofdmacht, een sterk elftal, met de latere aannemer en marathonloper Jan Schlagwein. Staand vlnr: Henny Polane, Cor Mantel, Wook de Ligny, Jaap Slijkhuis, Jan Schlagwein, Ronald de Ligny, Kees Tegelaar. Zittend vlnr: Henny Bey, Koos de Nobel, Theo Kramp, Dick Heruer, Theo Overdijk, Jan Kramp, Jaap Slijkhuis.

Zelfwerkzaamheid

Ze vonden gezelligheid bij de rood-witten, die zich op last van gemeente als nomaden zich regelmatig moesten verplaatsen van veld naar veld. ,,De binding was sterk”, weet Jan Kramp. ‘Leidsche Boys was en is een Vriendenvereniging, met een hoofdletter V. Wanneer er geklust moest worden, geloodgieterd, geverfd of zelfs een complete kantine gebouwd, gingen de mannen na hun werk aan de slag. Vaklieden waren ze, die puntgaaf werk afleverden.” Die zelfwerkzaamheid tekende Leidsche Boys, en niet alleen Leidsche Boys, bij Lugdunum en DoCoS waren ook “ambachtslieden” in de ware betekenis van het woord aan de slag wanneer dat nodig was. Dat bespaarde veel geld.

Elftalleider Har Luiten eet een appeltje. Bey is van de bekende familie en de vader van De Nobel deed in lompen en metalen. Staand vlnr: Harry Luiten, Koos de Nobel, Wook de Ligny, Frans Vermeul, Jaap Slijkhuis, Kees Tegelaar, Cor van Es, Cor Springer, Maarten Brandt, Henny Polane. Zittend vlnr: Henny Bey, Jan Kramp, Karel Moerland, Dick Heruer, Koos van der Vijver, Steef van Es, Theo Kramp, Kees van de Born.

Strijd

Om nu te zeggen dat Kramp als voetballer opviel door zijn snelheid, nee. Het loopvermogen van Wim Suurbier? Zeker niet. Toch stond hij linksbuiten en wist hij de ballen panklaar op de slof van de spits te leggen, die uithalend of koppend de doelman het nakijken gaf. ,,Maar ik heb zelf ook veel gescoord”, klinkt het dan zonder greintje opschepperij.  ,,Dat begon al in de jeugd. Ik ging altijd voorop in de strijd en had een verschrikkelijke hekel aan verliezen. Wanneer jongens er met de pet naar gooiden, ging ik echt te keer. Dat heb ik tot en met de veteranen volgehouden.”

Hij moet lachen: ,,Ik weet niet of ik het moet zeggen.” Wat? ,,Nou, voor de wedstrijd moest ik altijd plassen, tot en met de veteranen aan toe. Van de spanning. Stond ik eenmaal in het veld, ging ik er voor.”

,,De 3e helft, Jan”, mengt Tilly zich in het gesprek. ,,Gezellig, hè.” Tijdens de wedstrijd stonden de dames langs de lijn, ze volgden het spel niet, er was genoeg om over iets anders te praten. Vrouwen dingen.

De man die na de Christelijke Lagere School in de Pasteurstraat aan de Ambachtsschool op de Haagweg voor loodgieter leerde, belandde bij de Gasfabriek aan de Langegracht, die hij nog heeft zien dempen in 1964. Hij bleef dit nutsbedrijf zijn hele leven trouw, zoals ook Leidsche Boys. Schoolvriendjes als Lepelaar, Van Eijgen, Slingerland en Van Berkel kwam hij later weer tegen bij Leidsche Boys of als tegenstander.

Boomkweker Frans Vermeul woonde in Boskoop en kwam op zijn brommer ‘aangevlogen’. Staand vlnr: Harry Luiten, Henny Polane, Jaap Slijkhuis, Koos v/d Vijver, Frans Vermeul, Kees van de Born, Steef van Es, Koos de Nobel, Nelis v/d Blom, Piet Heruer. Zittend vlnr: Ferry Vermeul, Jan Kramp, Dick Heruer, Kees Tegelaar, Cor Springer, Koos Tuinhof de Moed, Frans Stouten.

Rare kuren

Ooit speelden bij Leidsche Boys Karel en Chris Groenendijk, familie van Alfons die nu ADO Den Haag traint. Jan speelde onder anderen met Koos de Nobel, Kees Tegelaar, Dick Heruer, Theo Overdijk.

,,Theo Overdijk stond op doel, goeie keeper, met soms rare kuren. Vooral  wanneer de blaadjes van de bomen vielen.” Voorbeeld graag! ,,Wanneer hij weleens een paar doelpunten om zijn oren kreeg, werd hij boos, stapte van het veld en ging douchen. Iedereen in verwarring achterlatend. Dan ging Henk van Duuren tussen de palen staan.” Kon dat zo maar, geen schorsing, geen boete? ,,Nee, joh, de volgende week stond hij er gewoon weer.”

De selectie van Leidsche Boys bestond uit 14-15 man, menige trainer had eerder naam gemaakt als speler van UVS. Een van hen:  Willem Bekkering. Over hem is nog een anekdote te vertellen: ,,Willem liet ons dingen doen die voetballers verafschuwen, hardlopen. Zo gingen we ooit een  duurloop doen. Churchilllaan, Haagweg, Leidseweg en zo weer terug. Jan Schlagwein, een feestfiguur in ons elftal, vond het maar slappe hap, dat klopte ook. Jan ging er als een haas vandoor. Toen wij eindelijk terug waren, riep hij ‘Waar blijven jullie nou? Ik zit al aan mijn 3e pijpie’. Lachen.

Toen Leidsche Boys bij uitzondering een stuk of drie wedstrijden op rij had gewonnen en bij Tonegido ook de punten pakte, gingen de spelers, trainer, leider en supporters in polonaise naar de kantine, luid zingend ‘We gaan Europa in’. ,,Bij verlies is er nooit sprake van een grafstemming geweest. Er was dan ook muziek, zingen en lachen. Dat kwam je bij andere clubs niet tegen. Ik zeg het: Leidsche Boys is een andere club, uniek. De kantine draaide als een gek.”

Johnny Jordaan

Het interview pingpongt heen en weer. Leidsche Boys is een tijd lang aantrekkelijk geweest voor de jeugd. Er waren 13 elftallen, weet Kramp: ,,Dat kwam door de binnentraining die wij gaven in een school aan de Marnixstraat.  Anderhalf uur met opwarmen, paal klimmen, bok springen, alles wat die jochies tijdens de gymles deden. Met partijtjes aan het eind.” Ome Jan van Dam was toen jeugdtrainer bij de Boys. Kampioen is Kramp ook geweest, met het 1ste, 2e en 3e. Ook met de Veteranen. ,,Moet ik je ook vertellen: toen we degradeerden, organiseerde de Contactcommissie een feestavond. Hahaha.”

Leidsche Boys 50 jaar. De Jeugdcommissie onder leiding van Paul de Vos in een bloemenzee. Elk commissielid had een team onder zijn/haar hoede.

Feestavonden ter gelegenheid van 25-, 50- en 75-jarig bestaan. Hoogtepunten in de historie van de club. Optredens van bekende artiesten in het Anthonius Clubhuis, Stadsgehoorzaal of De Burcht. ,,Johnny Jordaan trad op, iedereen uit zijn dak. Bleek dat Johnny geen geld had om met de trein terug naar Amsterdam te gaan. Dat enkeltje hebben wij hem geleend en later keurig teruggekregen. Wie beleeft zoiets? Wij!” Het kon er stevig aan toe gaan tijdens zo’n feest. Verhitte gemoederen. Een ordedienst, met Kramp, zag er op toe dat het “gezellig” bleef. Op uitnodiging was het bestuur aanwezig bij een jubileumavond van De Ooievaars in Den Haag. Daar trad Jan Blaaser op, met liedjes en conferences. Hij had het zo naar zijn zin dat de komiek tot diep in de nacht het feest meevierde. Op het laatst was Jan als een balletje.

Het feestprogramma ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van Leidsche Boys. Optreden van conferencier Frans Vrolijk, Gebroeders Brouwer (trompet), Sandra & Andres, Het Lowland Trio, Mini & Maxi. Na afloop dansen op de klanken van het Show- en Dansorkest The Jerry Jox Six.

Naamziek

Er is geen ontkomen aan, hét hete  hangijzer bij de kladden pakken:  Haalt Leidsche Boys in 2022 het 100-jarig bestaan… als zelfstandige vereniging? Kramp  gaat er goed voor zitten, kiest zijn woorden met zorg: ,,In tegenstelling tot andere Leidse voetbalverenigingen is Leidsche Boys financieel zo gezond als een vis. De huurpenningen worden stipt op tijd betaald, er zijn nooit achterstanden, ook in mijn tijd niet. Leidsche Boys zou dus heel eenvoudig het eeuwfeest zelfstandig kunnen vieren.” Maar? ,,Nemen we de eisen die gesteld worden in Voetbal Vitaal serieus, het plan dat beoogt het aantal voetbalclubs in Leiden terug te brengen, voldoet Leidsche Boys daar niet aan. De club telt geen 450 leden en heeft dus geen standaardelftal in elke categorie.” Dan voegt hij er aan toe:  ,,Vroeger werd er ook over fuseren gesproken. Wanneer het woord fusie viel, barstte ome Daan Gijzenij in huilen uit. Echt waar, zo hield hij van zijn cluppie.”

Daan Gijzenij barstte in huilen bij het woord fusie. Staand vlnr: Jan Kramp, Jaap Slijkhuis, Siem Weeda, Cock Buyn, Nelis v/d Blom, André Ouwerkerk, Henk Montagne, Pieter Moenen, Kees van der Vijver, Leen Eradus. Zittend vlnr: Daan Gijzenij, Steef Heruer, Jan van Dam, Wim Moenen, Theo Kramp, Karel Moerland.

Blijft de vraag: Hoe nu verder met Leidsche Boys? Daar heeft Kramp geen antwoord op, hij komt niet meer op de club. Niet omdat er ‘ruis op de lijn’ zit. Nee, dat beslist niet, hij is met iedereen goed, maar zich daar laten zien, nee dat wil hij niet. Andere tijden, nieuwe bestuurders,  en het gaat toch goed met Leidsche Boys.

Meer fusies ziet hij niet zo snel tot stand komen. De linksbuiten van toen denkt een van de redenen te weten waarom niet: ‘Voetbalclubs zijn naamziek.’ Wat? ‘Naamziek, de eigen naam vinden ze het mooist. Wanneer er gefuseerd moet worden – en dat moet! – willen ze dat de fusieclub hun naam krijgt. Dat wordt nog een heel gesteggel. Stel dat UVS en Lugdunum samengaan, dat ligt voor de hand, ze spelen in de Kikkerpolder. Onder welke naam gaan ze de toekomst in?”

,,Voor mijn tijd gingen de leden tijdens een jaarlijkse ledenvergadering akkoord met een contributieverhoging van 2 cent.”

Het uur U heeft nog niet geslagen, sportwethouder Paul Dirkse laat de voetbalclubs nog rustig met elkaar praten, zijn tijd komt wel. Wanneer? Dat is moeilijk te zeggen.  Op de website van Leidsche Boys is te lezen:  ‘Het doet ons deugd te kunnen meedelen dat wij de komende jaren nog zullen blijven voetballen op Sportpark De Vliet.’ In ieder geval – net als Roodenburg – tot 2022.

Dat komt mooi uit, dan bestaat Leidsche Boys 100 jaar. Dat de eeuweling dan gaat uitpakken, is zeker. De voorbereidingen zijn al in gang gezet.

Heeft Leidsche Boys een eigen clublied? Volgens Jan Kramp niet. Hij weet het eigenlijk niet. Wie weet het wel en meldt dat even. Graag met de tekst. Zo er geen clublied is, moet die alsnog gemaakt. Een 100-jarige voetbalclub zonder clublied, is ondenkbaar.

NOTE REDACTIE: PAL NA HET PLAATSEN VAN DIT INTERVIEW KREEG ONZE REDACTIE EEN BERICHT BINNEN OVER HET CLUBLIED. DIT MET DANK AAN JORDY BOUTIER!

HIER TE BELUISTEREN: 

,,Tijdens feestavonden konden de gemoederen soms danig verhit raken. Een ordedienst zag er op toe dat het ‘gezellig’ bleef.”

Foto’s:  collectie Jan Kramp

Repro’s en actuele foto’s: J.P. Kranenburg

Hardstyle Friday. In oktober was het ‘knallen geblazen’ in de tot discotheek omgetoverde kantine. Van schitterende klassiekers als Tonight tot beukplaten van Warface. Een topfeest.

 

Premier League tickets