vrijdag, april 26, 2024
HomeVoetbalnieuws-leidenPiet Gubler: ,,Ik heb er nooit een biertje voor laten staan"

Piet Gubler: ,,Ik heb er nooit een biertje voor laten staan”

-

Oude Clubhelden

De goudgerande voetballoopbaan van Piet Gubler

‘Met zo’n voetballer zou LFC in een klap uit de zorgen zijn. Wat die jongen in z’n eentje presteert kan LFC nog niet met elf man. Doodzonde, dat hij bij ons weg is.’ Dat staat te lezen in het Leidsch Dagblad van 4 oktober 1975. Bouk Pijnacker, de voormalige rots in de branding van de LFC-defensie en alleen te passeren met gevaar voor eigen leven, komt woorden tekort tegen Ad van Kaam, de sportjournalist van het dagblad. De bonkige visboer met een vaste stek (polsdikke, baggervette paling) aan de Leidse Hoogstraat, roemde de prestaties van Piet Gubler, die met LDWS gehakt maakte van de in het geel en zwart gestoken Kanaries. Piet, pas 31 jaar en dan al publiekelijk ‘de ouwe’ genoemd.

Pijn

Op bezoek bij Piet Gubler (77). De uitspraak: ‘Wat goed is komt snel’, lijkt voor hem bedacht te zijn. Op 15-jarige leeftijd stond hij al in de hoofdmacht van LDWS. Een te vroeg geboren talent en publiekslieveling, zoals slechts enkelen in een decennium de echte liefhebbers in dichte drommen naar stadions laat komen. Piet – dat zal blijken – is geen ophakker, geen opschepper. Wanneer hem gevraagd wordt over welke uitzonderlijke kwaliteiten hij beschikte, worden de vermoeide schouders opgehaald. Vermoeid, inderdaad vermoeid. Wanneer hij uit de fauteuil opstaat, kreunt hij.

Een kroegelftal, gesponsord door – hoe kan ’t ook anders – door Prachtpils. Gijs Collé (gehurkt links), Piet Gubler (gehurkt (rechts).

De handen gaan naar de versleten heupen, een grimas op het gezicht, Piet vergaat van de pijn. Hij heeft twee nieuwe knieën, een ‘cadeau en dank-je-wel’ voor een leven lang straten maken. Zeurt hij daarover? Nee, in tegendeel. ,,Met twee goede knieën had ik nog meegekund met het hedendaagse voetbal”, grapt hij. Over zijn rol in de ontelbare wedstrijden die hij speelde, praat hij niet graag. Dat maakt het niet gemakkelijker voor de belangstellende pennenlikker van LeidenAmateurVoetbal, die speciaal naar de Marnixstraat is gekomen om op te tekeningen waar de generatie van nu zijn voordeel mee kan doen.

Op chic. De LFC-hoofdmacht met trainer Melbi Raboen (staand rechts). Wim Gubler (zittend 4e van rechts) en broer Piet (3e van rechts. Verder namen als Henk Spies, Cock van Weerlee, Teun de Hoed, John Verschoor, Aad Neuteboom, keeper ? Groenendijk (de voornaam is Piet even kwijt). ’t Snickeltje was niet van toepassing op Bles Zuma (zittend 2e van links), hij stond bekend om zijn imposante jongeheer.

In plaats van woorden geeft hij de krant, die zijn daden in de bloedstollende derby LDWS – LFC beeldend heeft opgeschreven. Ad van Kaam, ook ooit assistent van trainer Peter Slingerland bij FC Rijnland, leek op een teken van boven naar de planeet aarde te zijn gezonden om ons te laten genieten van zijn onnavolgbare manier van schrijven.  Piet Gubler staat moeizaam op, dat zal hij meer doen tijdens het interview. Hoewel de tafel bezaaid ligt met foto’s ‘Uit de oude doos’ (Elk met een verhaal) en knipsels, gelooft hij dat ergens nog meer ‘spul’ moet liggen, dat het bekijken waard is. Ook rept hij zich herhaaldelijk in eigen tempo naar de keuken, om weer een vers bakkie in te schenken. Op de vraag: ‘Met suiker en melk?’ en het antwoord: ‘Zwart, zo zwart als mijn ziel’, haakt hij adrem in met: ,,Zo zwart bestaat er geen koffie. Haha.”

In het vliegtuig naar Barcelona, drie dagen feest en voetbal. Piet Gubler (met sigaret), Henk de Bolster, broer Chris, Nico Reijneveld, Ton Kamphues en ‘Kale’ Jan Oudshoorn.

Voetbalschoenen op afbetaling

Als jochie oogt Piet ouder dan hij in werkelijkheid is. Hij zit op de Maresingelschool, wordt met 10 jaar – in plaats van 12 – lid van ZLC aan het Zwarte Pad, waar ook de vader van Wim Rijsbergen een balletje begint te trappen. Met 14 jaar begint zijn échte leven al, Piet is voorbestemd om stratenmaker te worden. In het begin mag hij alleen klinkers, keien, moppen en bikkies aanvoeren, dat is sjouwen geblazen, ook op zaterdagmorgen. Na een tijdje gaat hij op de knieën om kilometers straat te plaveien, om dat zijn hele verdere leven vol te houden. Arbo-voorschriften bestaan nog niet.

Thuis levert Piet zijn loonzakje in en krijgt zakgeld van moeder. ,,Voetbalschoenen kon ik niet in een keer betalen”,  herinnert hij zich. ,,Dat hoefde ook niet. Ik kon ze halen bij de Zwarte Wolf en betaalde ze af bij ZLC.” De club verhuist naar de Boshuizerkade. Wie daar trainer is? Al sla je hem dood. ,,Volgens mij hadden we geen trainer, daar was geen geld voor.” LFC hoort de naam van Piet Gubler steeds vaker rondzingen. LFC-voorzitter Henk Holswilder en zijn bestuur komen naar de klasbak kijken en weten hem over te halen bij hun zijn loopbaan voort te zetten. ,,Daar had ik wel oren naar”,  vertelt de toenmalig als linksbuiten opgestelde speler, ,,LFC speelde op een hoger plan, tegen clubs als VUC, HBS. Daar kon ik alleen maar beter van worden.”

LFC-VUC. Piet Gubler wurmt zich met succes tussen twee tegenstanders door, legt de bal opzij, doelpunt. ‘Ik was geen egoïstische voetballer. Wanneer een medespeler er beter voorstond, kreeg hij de bal.’

Dat klopt ook. In 1968 promoveert LFC naar de 1ste klasse, het hoogste amateurniveau in die tijd. De jeugdige Gubler speelt de sterren van de hemel. In het team namen die nog tot de verbeelding spreken: Dick en Henk Siera, Gerard Pikaar, Martin van Laarhoven, Leo en Piet de Jong, Nier de Wit en Leen de Hoed. ,,LFC is in totaal driemaal gepromoveerd naar de 1ste klasse en driemaal duurde het verblijf maar een seizoen.” Voor Flip ‘Mister LFC’ Massaar  is de kampioen van 1968 niet het sterkste elftal van LFC ooit, dat waren de mannen van 1975. De reactie van Piet Gubler: ‘Flip Massaar, over de doden niets dan goeds. Laat ik het daarop houden.’

Receptie ter gelegenheid van weer een kampioenschap van LFC. Op de foto worden cadeaus overhandigd aan onder meer Gijs Collé en Piet Gubler. De spelers zijn gekleed in een uniform clubkostuum, aangeboden door sponsor Roel Kroesemeijer, de Haagse schroothandelaar, oprichter van profclub Holland Sport.

Bep Bakhuys, wie weet nog dat hij als eerste midvoor een bal vallend inkopte? Niemand. Oud-international Bep Bakhuys vertelt in de Haagse Courant dat hij LFC tegen Laakkwartier heeft zien spelen: ‘LFC is de meest technische ploeg die  ik ooit aan het werk heb gezien.’ Volgens Gubler was het voetbal van toen ‘beter verzorgd’ dan tegenwoordig. Hij glimlacht. Waarom? Hoezo? ,,Toen wij kampioen werden en promoveerden naar de 1ste klasse, reden wij met ’t Glippertje door de stad en werd er in de Stadsgehoorzaal een feest georganiseerd, met artiesten, volop eten en drinken en dansen.” ’t Glippertje, voor wie dat niet weet, was een soort treintje met een paar coupés dat met een vaartje van 15 kilometer mensen naar hun bestemming in de binnenstad bracht. Je sprong er onderweg in en eraf.

’t Glippertje reed vele jaren door Leiden. Je sprong er maar op, ’t treintje bracht je waar je zijn moest. Toen LFC promoveerde naar de 1ste klasse, maakten de spelers een triomftocht door de stad… met ’t Glippertje.

Verdriet

Het gezin Gubler is football minded. Broer Chris speelt bij Lugdunum en broer Wim net als Piet bij LFC. Van de 5 zussen is er een overleden,  verder zijn ze allemaal nog onder ons. Piets zoon Marcel speelde bij LDWS, scheurde zijn kruisbanden, einde verhaal. Kleinzoon Diego keept bij Lugdunum. Diego’s kinderen van 5 en 3 jaar worden rijp gemaakt voor een entree bij de Ukkies. In augustus 1968 trouwt Piet met Ria, de liefde van zijn leven. Piet Gubler: ,,Ria was een prachtige vrouw, dol op de zon. We gingen vaak op vakantie naar Griekenland, Spanje en Turkije. Daar genoot Ria enorm van.”

Augustus 1968. Ria en Piet treden in het huwelijk. Een erehaag LFC-pupillen zingt het echtpaar toe. ,,Dat zie je tegenwoordig niet meer”, constateert de bruidegom-van-toen.

En vervolgt: Het noodlot sloeg in Turkije toe, 12 jaar geleden. Ria werd getroffen door een hartstilstand en overleed. ,,Onvoorstelbaar, zo jong, zo mooi en we hadden nog zoveel plannen.” Piet en het gezin vliegen alleen terug naar Nederland, Ria volgt dagen later. Hoe nu verder? ,,Ik heb heel veel steun gehad van mijn kinderen, dat helpt, maar kan het grote verdriet niet wegnemen natuurlijk.” Ze staan nog voor hun vader en opa klaar. Dochter Bettina brengt vaak een warme maaltijd, of Piet eet bij haar in Voorschoten, waar kleindochter Fee niet zo lang geleden Voorschoten ’97 verliet om op ballet te gaan.

Techniek en Tactiek

Na een pauze – woorden schieten vaak tekort – Piet pakt de voetbaldraad weer op:  ,,Trainers, onder anderen Melbi Raboen, zagen dat ik op meer plaatsen inzetbaar was, in feite op elke plek op het veld.” Hij speelt kanthalf met een verdedigde taak, staat in het midden met de bedoeling als schakel te fungeren tussen verdediging en aanval. ,,Ik kreeg de vrijheid te gaan en staan waar ik wilde. Dat lag me wel, ik voelde me als een dirigent, als iemand die de lijnen uitzet. Weet je, wanneer je langer speelt, ga je ook slimmer voetballen. Ja, ik kon verdomd goed voetballen.”

Dat laatste hoeft niet opgeschreven te worden. Ja, daag. Technisch en tactisch inzicht komen niet zomaar aanwaaien? ,,Nee, beslist niet, veel wedstrijden spelen, erover napraten en wedstrijden bekijken, daar leer je van.” En je moet er het nodige voor laten, zoals stappen en dergelijke? Daar moet de ‘topper van toen’ om lachen: ,,Ik heb een mooie voetballoopbaan gehad, maar ik heb er nooit een biertje voor laten staan. Met roken ben ik pas een jaartje geleden gestopt. Uitgaan bleef ik ook doen, en voetballen in de zaal, waar  trainers nogal bedenkelijk bij keken, vanwege de blessures die je kon oplopen.”

Het vlaggenschip van LFC, met trainer Jan de Wolf. Piet Gubler (4e van rechts). Op de foto onder meer: Wim Visser (keeper), Sjakie Mattes, Cockie Slingerland, Paultje Wetzelaar en Wim Ouwehand.

In de archieven van LAV is een interview van Ruud Paauw, adjunct-hoofdredacteur van het Leidsch Dagblad te vinden, dat er niet om liegt. Paauw schrijft dat de toenmalige LFC’er de geschiedenis had kunnen ingaan als ‘de beste voetballer van Leiden’,  wanneer hij vroeger ‘wat serieuzer’ had geleefd.

LAV-verslaggever: ‘Piet, jij had toch profvoetballer kunnen worden, talent genoeg.’ Gubler: ‘Ik ben te vroeg geboren.’

Hij aarzelt met een antwoord en zegt dan: ,,Ik kan dat niet tegenspreken, ik heb de bloemetjes weleens al te krachtig buitengezet.” Desondanks heeft hij een kleine 400 competitiewedstrijden voor LFC gespeeld. Trainers, ook altijd een gewild onderwerp waar gretig op wordt ingehaakt.

Een prachtige actie tijdens de wedstrijd ZLC – LFC aan de Vliet. ZLC-keeper Roel Pecht werpt zich voor de voeten van Piet Gubler en voorkomt een doelpunt.

‘Kopgalg’

,,Bij LFC heb ik twee seizoenen Piet Kraak meegemaakt”, aldus Piet. ,,Geen uitbundige man, wel iemand waar je als speler respect voor had. Kraak, die bij Stormvogels furore had gemaakt en ik weet niet hoeveel keer hij in het Nederlands elftal heeft gekeept, bracht wel zijn ervaring mee. Hij wilde bouwen aan een systeem dat ons tot een constante  eersteklasser zou maken. Daar is niet van gekomen, hij verhuisde naar Denemarken om daar zijn carrière als trainer voort te zetten.”

Terug van een knie- en achillespeesblessure. LFC-trainer Jan de Wolf probeert Piet Gubler terug op niveau te brengen

Piet Kraak, die zelf en zonder inmenging van een technische commissie de opstelling  maakte en ook niet overlegde met de aanvoerder,  introduceerde wel de ‘kopgalg’. Dat vraagt om uitleg: ,,Stel je een basket voor, zoals bij basketbal, maar dan een waar wel een stuk of 10/12 ballen in zitten, die van vrij behoorlijke hoogte een voor een naar beneden vallen. Daar moest je dan op af sprinten en koppen. De kopgalg zat in Kraaks trainerspakket, ik heb het nooit meer ergens gezien.”

Piet Gubler: ‘Ik heb wel wat geleerd van trainer Piet Kraak, jarenlang de keeper van het Nederlands Elftal. Ik ben wel van mening dat een keeper nooit een echt goede veldtrainer kan zijn.’

Gubler is altijd tegen kortlopende contracten voor trainers geweest. Waarom? ,,Net als een trainer er goed achter is wat voor vlees hij in de  kuip heeft, gaat hij weg, wordt ontslagen of zijn contract niet verlengd omdat een bestuur sneller resultaten wil zien. Dan komt er een andere trainer met een nieuwe aanpak. Daar moeten de spelers zich maar weer aan aanpassen.” Wanneer LFC besluit met een verjongde selectie verder te gaan, vertrekt Piet, keert terug naar LDWS en pakt nog ‘een paar zakcentjes’ mee.

Leiden All Stars, onder leiding van Aad van Luit tijdens een Haring en Wittebrood Toernooi tegen All Stars uit Rotterdam. Mat Keereweer, Gijs Collé, Bennie Heemskerk, Ruud de Groot, Bert Jansen en Wim Gubler zijn de toppers van het  team. Piet Gubler (staande 5e van links) is de leider, Piet Peper de scheidsrechter.

In de woonkamer staat ook een hometrainer. Piet Gubler mag ‘niet met enthousiasme’ de fiets beklimmen en een kilometer of 15 berg-op en berg-af  gaan. Dat is wel goed voor de conditie. Het nuttige en het aangename worden dan verenigd.

Piet Gubler op zijn praatstoel. Elke dag (‘Bijna’) beklimt hij de hometrainer om 10 tot 15 kilometer af te leggen.

Het stalen ros wordt voor de televisie opgesteld en Piet neemt plaats. Hij fietst zijn rondjes en kijkt ondertussen naar voetbalwedstrijden (‘Vanavond Ajax tegen Willem II’), volgt aandachtig een interessante documentaire of kijkt naar een luchtige film. Hij hoopt dat het monster C spoedig is verslagen en het gauw lente is. Buiten in de tuin, aan de straatkant, staat het zomerse meubilair al uitnodigend opgesteld. Gubler mag er graag zitten, een babbeltje met de buurtbewoners maken en anonieme voorbijgangers hartelijk groeten.

Piet Gubler is een liefhebber van kleine, fraai gemaakte beeldjes. De drie muzikantjes zijn de pronkstukken van zijn verzameling.

,,Ik ga hier nooit meer weg”, zegt hij, ’dit huis heeft zoveel mooie herinneringen,’ zegt hij. ‘Hier wil ik weggedragen worden.’ Laten we hopen dat ‘de man met de zeis’ nog heel lang uit de buurt blijft.

Nu Piet Gubler meer aan huis is gebonden, is hij een nieuwe hobby begonnen: schilderen. Kunststukken in kleur hangen her en der in zijn woning. Piet lijkt geïnspireerd door Picasso. Felle, kleurige  penseelstreken.

Foto’s: Archief Piet Gubler

Actuele foto’s: Hennie Kanbier.

Onze redactie moest een keuze maken uit het scala aan foto’s, hieronder nog wat leuke prentjes uit het verleden.

1 REACTIE

Reacties zijn gesloten.

Must Read