Dinsdag 1 maart 2022 heeft de oudste voetbalvereniging in de gemeente Alphen aan den Rijn haar 113-jarig bestaan gevierd. Een lange geschiedenis met hoogte- en dieptepunten, maar vooral veel voetbalplezier. In de hedendaagse tijd is het niet van zelfsprekend dat je een 113 jarige verjaardag kan vieren. De besturen en vrijwilligers van toen en nu hebben ervoor gezorgd dat de AVV Alphen is wat het nu is en kunnen zeker trots zijn om hun werk als vrijwilliger.
We willen u meenemen naar de oprichting op 1 maart 1909:
In de zomer van het jaar 1907 kwamen in Oudshoorn aan den Heul twee jongens uit Hillegersberg hun vakantie vieren. Deze twee jongens, D. Oskam en J.C. Oskam, hadden een nieuw spelletje voor de Oudshoornse jeugd meegebracht. De broers Oskam waren namelijk in het bezit van een kleine lederen bal, terwijl zij gedurende het spel voor onze ogen een paar zeer bijzondere schoenen gebruikten.
Toch was dit niet de eerste echte kennismaking met de voetbalsport. Want op een zonnige dag in 1907 bij een fietstocht door de Bollenstreek waren het onder anderen Johan van Zwieten en Gerard van der Kolk die werden aangetrokken door een joelende en met petten zwaaiende mensenmassa. Deze latere voorzitters zagen dat de mensen in de ban waren van de voetbalwedstrijd Nederland-België. Ze schraapten geld bij elkaar en zagen een wedstrijd die Nederland met 7-0 won. Enorm enthousiast vertrokken de jongens weer richting Alphen aan den Rijn met slechts één doel voor ogen; ze moesten en zouden zelf ook tegen die leren bal trappen. En juist in die zomer kwamen de gebroeders Oskam in Oudshoorn vakantie vieren. Toeval of niet, geen enkel weiland in de buurt was meer veilig. Er werd gevoetbald zolang betrokken eigenaar dit tolereerde.
Door de groeiende belangstelling voor de voetbalsport, was het gebruik van een bepaald terrein zeer kort, vooral in de buurt van de boerderijen. Op elk stuk weiland werd gevoetbald, liefst een eind van de boerderij af, om, indien de boer met zijn knecht kwam om de spelers weg te sturen, nog voldoende tijd te hebben om de bal, de jassen, stokken (doelpalen) enzovoorts op te rapen en springend over de sloten op de vlucht te slaan.
Op een ander weiland werd de afgebroken partij dan weer voortgezet. Niet uit het veld geslagen gingen de spelers steeds verder uit de bewoonde buurt en kwamen tenslotte terecht in de omtrek van de Hoogendijk (tweede Kwakel) tussen de Ridderbuurt en Oudshoorn. Met grote attentie volgden zij de theorielessen van onze leermeesters en ’s avonds werden de verhalen over penalty, freekick, handsbal, keeper, back, halfback,
outside en voorwaartse op de verzamelplaatsen in het dorp met het nodige elan voortgezet. Gedurende de oefenpartijtjes begreep men maar niet hoe het toch mogelijk was, dat de leermeesters de bal zó hard konden trappen. Dat moest beslist in die bijzondere schoenen zitten. Met schoenen, voorzien van die harde neuzen, zou men het ook wel kunnen, dachten zij! Later werd wel duidelijk dat er nog wel wat anders voor nodig was dan alleen die speciale schoenen. Tot groot verdriet van de ouders voetbalden zij steeds op gewone schoenen en menig zooltje en menige neus moest vroegtijdig gerepareerd worden. Hoewel er toen geen distributie was, waren de schoenen in die tijd niet dik gezaaid en moest men dikwijls verder voetballen op klompen!
Voetbalclub oprichten
Toen de gebroeders Oskam terug naar Hillegersberg waren was men tegelijk de voetbal en de instructeurs kwijt. Wie gedacht heeft dat toen het voetballen tevens zou ophouden vergiste zich. De heren Oskam hadden uitvoerig verteld over voetbalclubs in Hillegersberg, Rotterdam en andere steden, die in competitieverband tegen elkaar speelden. Zij gaven de raad ook te trachten een voetbalclub op te richten. Dan zou de rest wel volgen en kon men de voetbalsport meer intensief beoefenen. In de straten van Alphen werd de eventuele
oprichting van een voetbalclub uitvoerig besproken en als eerste daad werd er een aanval gedaan op de spaarpotten en zakcenten om een lederen voetbal te kopen. Volgens de mening van de spelers was het bezit van een echte voetbal toch de eerste voorwaarde om tot de oprichting van een voetbalvereniging te komen. De beoefening der voetbalsport kon dan direct doorgang vinden, waarvoor een stuk bouwterrein aan de Stationsstraat van wijlen P. van Bergen zonder enige formaliteit in gebruik werd genomen. Intussen had Johan
van Zwieten met enige vrienden een bezoek gebracht bij J.W. Clant, een van Alphen’s grootindustriëlen,wonende in een grote villa in de Hoorn. Dit was een vlotte kerel die veel voor sport voelde. Hij juichte het plan toe en op billijke voorwaarden stelde hij de vrienden in staat een terrein van hem te huren achter de Van Borssum Waalkesstraat (tegenwoordig Hofzichtstraat) met gebruik van gedeeltelijke schuur als kleedruimte.
De initiatiefnemers stonden versteld van hun succes en het vooruitzicht over een eigen terrein te beschikken, stimuleerde de plannen.
Spelregelboekjes
Voorts werd aangeraden een bezoek te brengen bij de heer Voogd, gepensioneerd kapitein, die meer van de voetbalsport zou afweten. De raad van Voogd om bij Van der Ven te Baarn een boekje over de spelregels van de voetbalsport te bestellen werd opgevolgd en werd zo vlug mogelijk het boekje aangeschaft. De inhoud hiervan werd praktisch gespeld en van buiten geleerd. Ook de juiste afmetingen met belijningen van een goed voetbalterrein was in het boekje te vinden en werd uitgevoerd. Inmiddels, werd er iedere avond druk gevoetbald op het bewuste bouwterrein aan de Stationsstraat en hoewel de politie de spelers wel eens verdreef, bleef men volhouden. Totdat op een middag de voetbal
ongelukkigerwijze na het breken van een ruit in de Oranjestraat niet meer terugkwam. Niemand durfde de consequenties van een dergelijk bezoek te aanvaarden. Het toegezegde terrein was inmiddels beschikbaar en een andere voetbal was spoedig via bode Vis uit Leiden gearriveerd. Er volgde een eerste officiële vergadering en de voetbalclub ”Olympia”, spelende in geelzwarte kleuren, werd op 10 mei 1908 opgericht. Dit was een echte jongensclub waarvan de organisatie al goed in elkaar zat, wat toen al te danken was aan de talenten van de zeer jonge Johan van Zwieten. Een bestuur werd gekozen en de gemaakte statuten werden goedgekeurd, terwijl aansluiting werd gezocht bij de Leidse Voetbalbond (LVB). ”Olympia” werd in de eerste klasse van de LVB opgenomen. Met de oprichting van de eerste voetbalvereniging maakte de voetbalsport zijn officiële entree door toedoen van de gebroeders Oskam, dé voetbalpioniers van Alphen aan den Rijn, toen nog Oudshoorn.
1 maart 1909
De voetbalsport werkte intussen ook in op een jongere generatie en in betrekkelijk korte tijd werd de Rijnlandse Voetbalvereniging (R.V.V.) opgericht, welke vereniging oefende op een terrein gelegen achter het toenmalige hotel ”De Vergulde Wagen”, waar nu de
Van Boetzelaerstraat ligt. De vereniging telde vijftien leden en groeide gestaag. Het tenue bestond uit een korte donkerblauwe broek met brede witte bies, een witte trui met zwart gestreept en een luchtig mutsje waarop de letters R.V.V. waren gestikt. R.V.V. werd een onderdeel van de Goudse Voetbalbond (GVB). De jonge Alphenaren waren van mening dat zij al heel wat op voetbalgebied presteerden. Teleurstellend waren de resultaten, wat de wedstrijduitslagen deden aantonen. Uitslagen van 0-21 en 0-18 waren geen
bijzonderheid en dat men hierdoor enigszins ”down” was is niet zo verwonderlijk. Maar juist door deze abnormale uitslagen kwam duidelijk naar voren dat geen twee clubs konden bestaan. In dit verband en mede door financiële zorgen zijn beide clubs na vele besprekingen samengesmolten. Opmerkelijk is dat het werkelijke initiatief en de leiding hiervan uitging van een buitenstaander. Op 1 maart 1909 werd in de oude kolfbaan van het hotel ”De Vergulde Wagen”, in een gecombineerde vergadering de voetbalvereniging ’D.V.S.’ (Door Vereeniging Sterk) opgericht (zie foto). Maar omdat er bij de Nederlandse Voetbalbond al een club in Rotterdam bestond die D.V.S. heette, mocht deze naam niet worden gebruikt. Toen werd officieel gekozen voor de Alphense Voetbalvereniging ”Alphen”. Uitvoerig werd gesproken over de kleuren waarin de A.V.V. ”Alphen” zou uitkomen. Door beide verenigingen werden de clubkleuren verdedigd en er kwam een compromis tot stand. De clubkleuren zouden zwart met witte banen worden, maar op een dag realiseerde de
Nederlandse Voetbalbond zich dat de Haagse vereniging VUC in hetzelfde tenue speelde.
De nieuwe vereniging moest dus niet alleen haar naam veranderen, maar ook nog het gekozen tenue. Het bestuur besloot om op de borst een dikke oranje baan te maken. Een uniek shirt was geboren: zwart-wit-oranje. Tot het jaar 1913-1914 werd de naam D.V.S. gebruikt, wat terug te vinden is in de krantenverslagen van die tijd. De fusieclub
had drie teams, geen trainer en ging spelen achter ”De Vergulde Wagen”.
Nu, maart 2022, heeft de AVV Alphen 7 seniorenteams en 23 jeugdteams die competitie
spelen. Het eerste elftal speelt op zondag in de3 e klasse. Volgend seizoen zal het vlaggenschip de historische overstap maken naar de zaterdag.
